Casemanagers dementie zijn vaak het vaste aanspreekpunt voor mensen met dementie en hun naasten. Ze bieden begeleiding, stemmen zorg af en houden het overzicht. Maar tot voor kort hing de vergoeding van hun werk af van hun opleidingsachtergrond:
- Verpleegkundige casemanagers kregen hun werk vergoed via de Zorgverzekeringswet (Zvw). Die regelt de zorg die vergoed wordt door de zorgverzekering.
- Sociaal werkers vielen vaak onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat is de wet waarmee gemeenten hulp en ondersteuning regelen. Gemeenten vergoeden dit dus – en dat is minder vanzelfsprekend.
Zorgverzekeraars vonden dat sociaal werkers onder het domein van ‘welzijn’ vielen, en dus niet onder hun verantwoordelijkheid. Gevolg: sociaal werkers deden hetzelfde werk, maar kregen het niet vergoed via de zorgverzekering.
Een landelijke doorbraak
In het artikel Casemanager dementie eindelijk eerlijk vergoed: einde aan kromme regels? op Zorg+Welzijn zegt Jan Willem Bruins, directeur van de Beroepsvereniging van Professionals in het Sociaal Werk (BPSW): ‘Het werk was identiek, maar de financiering ongelijk. Dat was niet uit te leggen aan cliënten, collega’s of de professionals zelf.’ In 2024 trok de BPSW aan de bel bij toenmalig minister Conny Helder. De boodschap was duidelijk: beoordeel casemanagers op wat ze doen, niet op hun diploma. En met succes. Vanaf januari 2025 worden ook sociaal werkers als casemanager dementie vergoed via de Zvw, en de vooropleiding of registratie (bijvoorbeeld BIG of het kwaliteitsregister) maakt geen verschil meer. Dit zorgt voor meer duidelijkheid én rechtvaardigheid in de praktijk.
Wat betekent dit in de praktijk?
Deze verandering heeft directe gevolgen voor het werk van casemanagers en hun teams:
- Gelijke kansen voor sociaal werkers en verpleegkundigen
Iedereen die als casemanager werkt, wordt gelijk behandeld – ongeacht de opleiding. - Meer continuïteit voor mensen met dementie
Cliënten hoeven niet meer van casemanager te wisselen omdat de financiering niet rondkomt. - Erkenning voor het brede vak casemanagement
Sociaal werkers brengen waardevolle expertise mee over bijvoorbeeld de thuissituatie, het netwerk en psychosociale ondersteuning. Die bijdrage wordt nu ook erkend in de bekostiging. - Betere samenwerking tussen zorg en welzijn
Casemanagement bevindt zich op het snijvlak van medische zorg en ondersteuning thuis. Deze verandering maakt die samenwerking makkelijker.
Onderdeel van een grotere beweging
Deze ontwikkeling staat niet op zichzelf. In landelijke plannen zoals het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) wordt de samenwerking tussen zorg en welzijn juist gestimuleerd. Sociaal werkers spelen hierin een belangrijke rol – bijvoorbeeld bij het voorkomen van overbelasting, het versterken van zelfredzaamheid en het ondersteunen van naasten. ‘We moeten alert blijven’, zegt Bruins. ‘Nu deze drempel is weggenomen, mogen we niet opnieuw in een financieringsdiscussie terechtkomen zoals bij de casemanagers dementie.’
Een stap vooruit voor passende begeleiding
Met deze verandering komt er meer ruimte om het casemanagement dementie écht vorm te geven op basis van wat mensen met dementie en hun naasten nodig hebben. Niet je opleiding, maar je rol en inzet doen ertoe. ‘De functie van casemanager dementie vraagt om zowel medische kennis als aandacht voor de leefwereld’, aldus Bruins. ‘Door de vergoeding los te koppelen van de opleiding, kunnen we beter recht doen aan de veelzijdigheid van dit vak.’ De erkenning van sociaal werkers is daarmee niet alleen een kwestie van eerlijkheid, maar ook een stap naar betere, inclusievere dementiezorg.
Bron: Casemanager dementie eindelijk eerlijk vergoed: einde aan kromme regels? uit: Zorg+Welzijn