Yvonne van de Kamp zorgt thuis voor haar vrouw Lydie, die vasculaire dementie heeft. Ze ontleent haar mantra aan de wijze woorden van de filosoof Eckhart Tolle: wat het 'nu' je ook voorschotelt, aanvaard het alsof je er zelf voor hebt gekozen. Beweeg altijd mee, werk nooit tegen. Daarin gaat Yvonne nogal eens onderuit, maar het zorgt altijd voor opluchting.
Yvonne (l) en Lydie (r)
Ondanks onze onvoorwaardelijke liefde, de geborgenheid, het respect en de empathie kunnen er best nog zware omstandigheden zijn. Hoewel je soms toch om hulp moet vragen, blijf je overeind en ga je altijd voor wat je ooit besloten hebt: in goede en in slechte tijden zal ik er voor jou zijn! Door mee te bewegen met wat jouw omstandigheden ‘vragen’, met wat jou rustig maakt en met wat jou geborgenheid geeft, kunnen wij samen doorgaan met het leven. Jij voelt je immers weer veilig, vertrouwd, begrepen en steeds noodzakelijker omarmd. Het leven krijgt zo voor jou én voor mij meer zin.
Één groot ‘nu’
Ik bof zo ontzettend dat jij altijd van me houdt, mij dat dag na dag blijft vertellen en je nog steeds zorgen kunt maken om mijn welbevinden. Ik bof dat je nog zo goed voor jezelf kunt zorgen met douchen, aankleden en tandenpoetsen, al moet ik wel steeds controleren of één en ander daadwerkelijk is gebeurd. Jij schaamt je vaak als dingen misgaan. Als je je teen stoot, iets laat vallen tijdens het eten, de dag of het jaargetij niet meer weet, je alweer in de verkeerde krant of de oude VPRO-gids bladert, je bril alweer kwijt bent, of niet meer weet of de kinderen en kleinkinderen op vakantie zijn of hard aan het werk. Het baart jou zorgen dat je nóg niet kunt onthouden hoe de aardige mevrouw van ThuisPluszorg heet en waarvoor ze elke week komt (‘Oh ja, komt ze elke week? Weet je dat zeker?’). Je bergt alles voortdurend op in laatjes – welke maakt niet uit, als het maar laatjes zijn – voor als de werkster komt. Die komt alleen op vrijdag, maar vrijdag zegt jou niets. Voor jou is het één groot ‘nu’, waarin alles door elkaar loopt. Je wordt er gek van, doodmoe, het brengt je van je stuk, het maakt je verdrietig, je wordt bang, weet niet meer waar je bent. Als ik maar bij jou ben, dan is alles goed. Wanneer je je schaamt, maak ik je bestaan weer zinvol. Wanneer je door zorgen overmand bent, troost ik je zo vaak je dat wilt. En als ik gezichten op mijn smartphone tevoorschijn tover, verschijnt er een glimlach op je gezicht (‘Oh ja, die ken ik wel!’).
Ingehouden verlangen
Laatst hoorden wij Hugo Borst in de tv-serie Roosen & Borst de gevoelens van een vrouw verwoorden: ‘Het gaat meer en meer om mijn partner met dementie…en ergens drong tot me door…waar ben ík dan in dit hele verhaal?’. Deze hartenkreet van eenzaamheid, ingehouden verlangen en de wens voor goedkeuring herken ik zó goed. We hebben de ziekte immers allebei, dag en nacht. Ik wil ook weleens die aai over m’n bol, die hand op mijn schouder, die knipoog dat je me begrijpt, het inlevingsvermogen dat het oké is dat ik mijzelf ook iets gun. In het begin vond ik dat griezelig en niet kunnen. Inmiddels heb ik mezelf een e-bike gegund. Die maakt mijn wereld soms ruimer en het is heerlijk in de natuur. Het maakt mij onderhand minder uit hoe anderen over me denken of wat ze me gunnen. Ik weet zelf beter. Aanvaard eerst en handel dan, alsof je er zelf voor hebt gekozen.